Naam van God

De Naam van God de Vader

In de bijbel wordt de naam van God bijna 7000 keer weergegeven met de  Hebreeuwse letters

 Jod Hey Vav Hey (JHVH).

Joodse en ook kerkelijke tradities hebben om verschillende redenen besloten deze Naam niet te willen uitspreken en hebben deze dan ook vervangen door andere termen of titels. De naam is in de gevocaliseerde hebreeuwse manuscripten (Masoretische) dusdanig weergegeven dat het uitspreken ervan zelfs (bijna) onmogelijk is. Toen na de Reformatie in de 16e eeuw de bijbel vertaald werd naar onze talen, hebben de vertalers dezelfde lijn gevolgd dan de Joden. In de Nederlandse vertalingen is de Naam van God vervangen door de titel HERE, HEERE of HEER.

Toch is in de laatste jaren in tal van gevocaliseerde manuscripten  hier en daar de Naam van God volledig gevocaliseerd, dus voorzien van alle drie de klinkers, en steeds op dezelfde wijze aangetroffen. Het bovenstaande plaatje is een kopie uit de Aleppo Codex, dit manuscript wordt gezien door deskundigen als het belangrijkste hebreeuwstalige manuscript van de Tenach (oude testament). Conform deze spelling dient de Naam van God te worden uitgesproken als JeHoVáH, met de klemtoon op de laatste lettergreep. De letters (medeklinkers) zijn (van rechts naar links gelezen) Jod Hey Vav Hey, de klinkers (de kleine stipjes en streepjes) zijn S’vah(Stil, e van de), Holam (lange O-klank) en de Qamats (A-klank).

In Exodus 3:15 staat:

Voorts zeide God tot Mozes:Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen:De HERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht.

Aangezien in de bijbel geen enkele referentie te vinden is die het uitspreken van de Naam van God uitdrukkelijk zou verbieden, heb ik besloten om daar waar relevant is de Naam van God,  weer te geven als JeHoVáH.